homehomehomehomehomefotosteksten en akkoordenhomelinkscontact
  

Als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen


Hou me vast



Straks hakken ze m'n hoofd nog af
05 mei 1995 - Volkskrant

Vandaag doet de Dijk, de meest succesvolle Nederlandstalige rockband, per helikopter vijf bevrijdingsfestivals aan. Zanger Huub van der Lubbe schreef de tekst van de bevrijdings-single Heb je het hart. Hij wil geen moraalridder zijn, is pessimistischer geworden. 'Misschien ben ik een te grote idealist geweest.' Zijn protestkreten zijn in de loop der jaren verstomd. Het geloof in de mensheid heeft hij niet helemaal opgegeven, maar: 'Ruanda, Bosnië, wat koop ik ervoor?'


Ruim twintig jaar geleden: Huub van der Lubbe beleeft een boeiend dagje. Hij wordt gekeurd voor militaire dienst. De een komt kotsend binnen en roept om een geweer, de ander zit - zonnebril op het hoofd - mystiek rond te kijken. 'Ik heb niks geveinsd. Een emotionalist noemde ik mezelf: gevoelens als drijfveer voor mijn handelingen. Voor het opvolgen van bevelen zou ik niet kunnen instaan. Leuk om met een hoop jongens onder mekaar te zijn - maar wèl op voorwaarde dat je zelf mag verzinnen wat je gaat doen.'

Van der Lubbe (41) werd afgekeurd. 'Ik had principiële bezwaren en die heb ik nog. Dat mijn dochtertje later bij de Marva's gaat, lijkt me uiterst hypothetisch.'

Vandaag doet de Dijk, de meest succesvolle Nederlandstalige rockband, vijf bevrijdingsfestivals aan. In een helikopter van de Koninklijke Luchtmacht reist het gezelschap naar achtereenvolgens Groningen, Maastricht, Vlissingen, Almere en Amsterdam. Bovendien schreef Van der Lubbe in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei de tekst van de bevrijdings-single Heb je het hart. Opgedragen, lijkt het, aan degenen die hun kop in het zand steken: Voor wie denkt dat ie van niks weet/ voor wie kijkt of ie niks ziet/ voor wie doet alsof zijn neus bloedt/ maar zijn neus, die is het niet.

'Het slechtste wat je kunt doen, is in apathie voor de buis gaan zitten. Dan kun je er nog beter op uitgaan met je vrienden.'

De televisie brengt nonsens. 'Vanwege de amusementswaarde ruimen dingen die er wèl toe doen het veld.' De televisie brengt moord en doodslag. 'In Amerika schieten opgroeiende scholieren op argeloze voorbijgangers. Dat heeft de beeldbuis op z'n geweten. Er is een merkwaardige verstrengeling van dat wat ècht is en de werkelijkheid van Sylvester Stallone. Mensen worden neergeknald en een paar seconden later is in de reclame alles weer koek en ei. Komt allemaal uit hetzelfde kastje. Hoe kun je daar wijs uit worden?'

Zijn dochtertje van zeven vertikt het om naar ellende te kijken. Die zapt liever langs onschuldig vermaak. 'Shit, denk ik wel eens, maken we haar wel weerbaar genoeg? Ze is een goed mens. Ik hoop dat dat zo blijft. Maar je houdt je hart vast. Mensen die tegen de stroom van bullshit oproeien, delven nog wel eens het onderspit.'

Informatie, zo leerde Van der Lubbe in de jaren zeventig, is het toverwoord. Want kennis geeft macht. Eén druk op de knop ('Maar het computer-spel beheers ik niet') en het leed is geleden. 'Tegenwoordig groeit bij steeds meer mensen het besef dat je met al die informatie geen kant op kunt.'

De zanger is, zegt hij, geen nono. Maar de krant leest hij selectief, tv-journaals slaat hij soms over. 'Ruanda, Bosnië, wat koop ik ervoor? Het beïnvloedt m'n humeur te veel, ik zou voor mijn gezin niet te genieten zijn. Ik ben van de generatie die dacht dat je het heft in eigen handen kon nemen. Maar je komt er niet uit als je je verantwoordelijk voelt voor alles wat tegenwoordig niet deugt. Misschien ben ik een te grote idealist geweest.'

Hij rookt zijn shaggie, zoekt naar woorden. Vraagt zich af of zijn uitspraken niet te pathetisch zijn. 'Ik geloof dat het mis is gegaan toen Gorbatsjov werd gewipt. Hij was een van de laatste verstandige machthebbers.' Hij aarzelt even. 'De slag om het geluk van de mensen is, denk ik, zo langzamerhand definitief verloren.'

Zijn protestkreten zijn in de loop der jaren verstomd. 'Ik steek graag mijn nek uit als het nodig is, maar je wordt voorzichtig. Straks hakken ze m'n hoofd nog af.'

Wat hem rest, is het leveren van een kleine bijdrage aan het bewustzijn. 'Ik heb geleerd geluk en hoop te putten uit een beperktere kring dan de halve wereld die ik aanvankelijk op het oog had. Dat ik in zo'n bandje zit is een groot voorrecht. Je komt bij elkaar en maakt een liedje over wat je bezighoudt.'

De teksten op De blauwe schuit - in een paar maanden tijd bijna platina - verwoorden somberheid en twijfels. Het wordt steeds sneller donker, zingt Huub van der Lubbe, het wordt steeds vroeger laat. En: Wie het weet mag het zeggen, wie het niet weet mag het zingen met een lied. 'Ik ben pessimistischer geworden. Ligt dat aan mij of aan de veranderende tijden? Eén ding is zeker: sinds Lubbers is het menselijk geluk een rekensommetje geworden.'

De lamp boven de café-tafel flikkert en valt ten slotte uit. Van der Lubbe schroeft de kap eraf en vraagt om een nieuw peertje. De inmiddels gedoofde sigaret geeft hij een vuurtje. Soms verliest hij zich liever in handelingen. 'Klinkt wat ik zeg niet te kopje-koffieachtig?'

De jaren des onderscheids kwamen laat. Thuis - katholiek gezin, zes kinderen - werd weinig uitgesproken. 'Een sfeer van bangig zijn voor de anderen. Het devies was: doe maar gewoon, val niet te veel op. Een erfenis van de oorlogsjaren. Mijn ouders zijn opgegroeid met het besef zich gedeisd te houden.'

Pas toen hij Nederlands studeerde, vielen hem de schellen van de ogen. Van der Lubbe speelde, bij het studententoneel, de rebelse markies De Sade. En voerde, in de kroeg, stevige discussies met studenten filosofie ('Hoe denk jij dat het met de wereld gaat?' 'Ik antwoordde: wel goed. Ik dacht toen nog alleen aan mezelf. Met mij was alles oké, dus dat zou ook wel voor de rest van de wereld gelden.')

Mondjesmaat kwamen de verhalen over minder gelukkige jeugdjaren los. Gesprekken over de oorlog voert Van der Lubbe pas sinds hij in aanraking kwam met de familie van zijn vrouw. Haar grootvader, een overtuigd communist die werkzaam was bij De Waarheid, en werd omgebracht in het concentratiekamp Sachsenhausen. 'Een van zijn dochters riep in haar stervensuur, dit voorjaar, nadrukkelijk om hem. Dan weet je opnieuw: dit leed valt niet te repareren, het gaat niet aan om te zeggen dat die periode voorbij is.'

Dodenherdenking en Bevrijdingsdag zijn zinvolle dagen. 'Al was het maar om je te realiseren dat we niet voor eeuwig in een paradijselijke toestand leven. Vrijheid moet voortdurend bevochten worden.' Natúúrlijk vindt ook hij het een beetje bizar dat uitgerekend De Telegraaf de opdracht kreeg een Bevrijdingskrant te drukken. 'Het was beter geweest als een van de kranten die uit het verzet zijn voortgekomen de kans had gekregen. Kennelijk vaart het Comité 4 en 5 mei een nieuwe koers. Maar wij moeten als bandje niet roomser dan de paus zijn.'

De zanger wil geen moraalridder zijn. De literatuur leert hem nou juist dat er nooit één geldige waarheid is. 'Er is meer aan de hand dan wij kunnen waarnemen.' In de boeken van Mulisch, Ovidius en Bruce Chatwin komen thema's van alle tijden samen, en Van der Lubbe is er diep van onder de indruk. Aboriginals en indianen dicteren respect, maar de westerse mens lapt eeuwenoude wijsheden aan z'n laars. 'We plunderen bodemschatten zonder ons er van bewust te zijn wat we onszelf toeëigenen. Het wordt nog eens onze ondergang. Uit welke hoek zal het inzicht komen? Niet uit die van de commercie. Misschien biedt kunst het beste alternatief.'

Van der Lubbe stelt orde op zaken in eigen kring. Als hij op een van de Amsterdamse grachten weer eens een gestolen fiets krijgt aangeboden, zal hij niet zwijgen. Dan roept hij voortaan: 'Nee, vuile fietsendief'

'Uiteindelijk leggen we het allemaal af tegen de dood. De enig mogelijke verzoening met dat besef is of je fatsoenlijk en deugdelijk geleefd hebt. Niet alles alleen voor je eige doen, maar - waar het zo uitkomt - ook voor anderen. Als je oprecht je best doet, verricht je al bijna een politieke daad.'

Is hij een optimist? 'Hangt ervan af hoe je de wereld leest. Als je die ziet als een verzameling mensen, zeg ik: ja.'

Is hij een pessimist? 'Eerder, toch. Want deze wereld is niet van mensen, maar alles van systemen en geldstromen. Media, wapens, biochemische industrieën maken de dienst uit.'

Is hij een fatalist? 'Ik wil het geloof in de mensheid niet opgeven. Ik kom te veel goeie mensen tegen.'

Tijdens een avond met het Metropole Orkest in Paradiso ontmoette hij een aantal zangers die hij niet eerder gesproken had. Van der Lubbe wisselde een paar woorden met deze en gene, en voelde zich ogenblikkelijk thuis. De avond werd een feest van verwante zielen. 'Musici zijn allemaal - en ik ben bijna niet van dat idee af te krijgen - goeie mensen. Als je muziek maakt, kun je toch niet fout zijn?'

Hij bewondert Sam Cooke, Otis Redding, Jacques Brel. Als hij 's nachts hun stemmen hoort, raakt hij in vervoering. Ook Huub van der Lubbe wil ooit nog eens de man op de radio zijn, die hij sinds kort bezingt: Daar zingt een man, uit alle macht, daar zingt een man, die heeft geleefd, die wat ie had gegeven heeft.



Geschreven door: CORNALD MAAS


















NRC Handelsblad
Regen, grachten, natte muren; De Nederlandstalige blues van Huub van der Lubbe
Onbekend
Rock ‘n’ roll met een kaftje er om
Volkskrant
De Dijk speelt in Zeeland, en eerlijkheid is de graadmeter
Volkskrant
Straks hakken ze m'n hoofd nog af



















   2020
   2019
   2018
   2017
   2014
   2013
   2012
   2011
   2010
   2009
   2008
   2007
   2006
   2005
   2004
   2003
   2002
   2001
   2000
   1999
   1998
   1997
   1996
   1995
   1994
   1993
   1992
   1991
   1989
   1986
   1984
   1982