homehomehomehomehomefotosteksten en akkoordenhomelinkscontact
  

Als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen


Hou me vast



De Dijk - Twintig jaar tegen de wind in fietsen
13 juli 2002 - Oor

Op de kop af twintig jaar staat ie daar in weer en wind: De Dijk. Niet kapot te krijgen. Boegbeeld Huub van de Lubbe - een trage starter, maar een onstuitbare idealist en doordouwer - blikt terug en kijkt vooruit. Over zijn eindeloze zoektocht naar het waarachtige.


Spreek me maar tegen als ik het te droef zie

Maar is het leven goed beschouwd niet net

Voor zombie spelen in een horrormovie

Met tijdgebrek en een te krap budget

Huub van de Lubbe arriveert per fiets op de interviewafspraak. Op zich niets bijzonders. Zeker als je in Amsterdam woont en bovendien geen auto bezit. Maar het is zo'n oerdegelijk model met ruime fietstassen. Het roept meteen dat klassieke Nederlandse beeld op van de fietser op de dijk. Met een onwrikbare blik op de einder tegen de wind in trappen. Zich van niets en niemand wat aantrekken. Onverstoorbaar rechtuit. Zo fiets De Dijk al twintig jaar. En de horizon lijkt nog even ver weg.

Rond zijn vijftiende is Huub lid van een katholieke voetbalclub in Krommenie. Door hem omschreven als zijn 'school des levens.' Hij is een goede voetballer, speelt al snel in het eerste. Als boekhouderszoon met gymnasium B tussen oudere bouwvakkers. 'Ik leerde er met mensen van divers pluimage omgaan. Dat vond ik heel waardevol. Om te leren dat er een heleboel verschillen tussen mensen zijn en dat die niet uitmaken. Of niet mógen uitmaken.' Die club heet GVO. Volgens de protestanten in het dorp betekent dat: God Voetbalt Ook. De echte naam luidt: Gestaag Volharden Overwint. 'Dat slaat ook erg op mij. Het is nog steeds mijn credo: we komen er wel. We blijven eraan werken.'

Herman Brood zei ooit: 'Vroeg of laat wordt iedere groep een machine.' 'Ja, en dat is ook heel mooi,' reageert Huub. 'Een mooie stoommachine. En zo'n stoommachine kun je ook uitbouwen. Je kunt er nieuwe dingen op aansluiten.'

We wandelen een stukje over de Oudezijdse Voorburgwal naar een naburig restaurant. Een passerende bouwvakker blijft even met toegeknepen ogen staan. 'Ehh… van De Dijk, hè?' Huub knikt grijnzend. Ooit heeft hij verklaard altijd vreselijk beroemd te willen worden. 'Ja, daar profiteer ik nu wel een beetje van. Vreselijk beroemd ben ik niet. Aardig beroemd. Maar niet op de Bekende Nederlander manier. Het is echt op verdienste. Niet op kop in de bladen en kop in de tv-panels. Zo beroemd als ik nu ben, moet het blijven. Als ik nu ergens kom, doen mensen aardig tegen me. Dan gaan bepaalde dingen wel es meer vanzelf dan vroeger. Dat vind ik dus heel handig.'

'Iemand zijn,' verklaart hij later. 'Daarom wil ik beroemd worden. Ik werd over het hoofd gezien. Althans, naar mijn gevoel. Totdat ik goed kon voetballen, leuk kon toneelspelen,aardig kon zingen -was ik niks. Van der Lubbe groeit op in een middelgroot Amsterdams gezin, dat op zijn tiende naar Krommenie verhuist. Als kind wil hij de beste katholiek aller tijden worden. 'Heiliger dan de paus. Als je dan toch in die molen zit, kun je maar beter naar het hoogste streven, toch? Ik was dus misdienaar. Ik wilde niet in die banken. Liever ook niet bij het koor. Want dan zag niemand je. Nee, ik wilde op die bühne. Het volk bewieroken. Dat soort klusjes. En die dan heel mooi doen. Dat de mensen zeiden; Jezus, wat knielt ie prachtig!'

Zijn inmiddels overleden ouders hebben elkaar ontmoet bij het amateurtoneel. Allebei fervente toneelspelers. 'Als ik mijn vader toneel zag spelen, dan was hij opeens een hele andere man. Geen boekhouder mee. Dan werd ie vlot en leuk met de dames, een man die ik nog veel leuker vond dan mijn eigen vader. Als je begrijpt wat ik bedoel.' De drang om te perfectioneren - in welke context dan ook - komt volgens hem niet voort uit exhibitionisme of ijdelheid. 'Want dat associeer ik met mensen die niets te bieden hebben, behalve hun uiterlijk. Je moet mij ook niet het podium opsturen met de opdracht: doe maar iets, geeft niet wat. Dat kan ik niet en dat haat ik. Ik ben iets meer dan ome Piet met een omgekeerde bromfietshelm op zijn hoofd. Ik wil iets overbrengen. Mijn verhaal. Of - in het geval van acteren - iemand anders' verhaal, dat ik de moeite waard vind. Je krijgt mij niet zomaar voor alles. Ik hecht zwaar aan de boodschap.'

Bij de toneelacademie wordt hij afgewezen. 'Ik ben een vrij trage starter. Dus ik keek er niet zo heel erg van op dat ik niet aangenomen werd. Ik heb een enorme spankracht. Ik kan tien jaar zeggen: wacht maar, het komt wel goed, ik kom d'r wel. En dat geldt ook voor De Dijk.'

Tegen wil en dank gaat hij Nederlands studeren. Nog voor zijn kandidaats haakt hij af, om een opleiding toneelregiseur te volgen. Eenmaal werkzaam bij het beroepstoneel ontdekt hij zijn ware bestemming. Al in zijn eerste groep Tenderfoot had hij een tekst in het Nederlands vertaald. Zo werd de Ray Charles-kraker It Should Have Been Me ('with that real fine chick'): 'Dat had ik moet zijn, met die lekkere del in mijn VW-bestel.' De volgende groep Stampei is nog net geen commune. 'Het hing er wel tegenaan.' Na een single valt de groep in 1981 uit elkaar. De Dijk ontstaat op Huubs woonboot, die in de Oude Schans ligt. Even verderop ligt de Zeedijk, die zij kortweg de Dijk noemen. Vandaar. De Stax-soul van Booker-T. & The MG's lijkt het muzikale uitgangspunt. Later versterkt door de Haarlemmer Horns die de rol van Memphis Horns vervullen. Huub maakt duidelijk dat de muzikale invloeden op het conto geschreven moeten worden van toetsenist Pim Kops, drummer Antonie Broek en - in iets mindere mate - zijn oudere broer Hans van de Lubbe (bas) en Nico Arzbach (gitaar). 'Ik kon me helemaal in die soul vinden. Maar andere muziek was me net zo lief geweest. Het maakt me niet zo heel veel uit, met wat voor muziek ik mijn teksten breng. Zo maakt het me ook niet uit waar ik gelukkig ben. Op het toneel of met een band. Als ik maar gelukkig ben. En dat ben ik als ik het gevoel heb dat ik besta. Dat ik creëer.'

Huub leent de luchtgitaarmotoriek van Joe Cocker en de groep omschrijft zijn muziek als Nederlandse soul. 'Daarmee bedoelen we: in Nederland was het niet gepast om je gepassioneerd uit te drukken. In de rockmuziek moest je je vooral stoer op de vlakte houden. Understatements debiteren in plaats van met je zieleroerselen voor de dag komen. Daarvan dacht ik altijd: wat een onzin. Laten we het nou maar gewoon zeggen zoals het is.'

In zekere zin liggen zijn teksten ook in de soultraditie. Ze zijn direct en bevatten geen dubbele bodems of mystificaties. 'Ja, het zijn bijna allemaal bekentenissen. Er geen doekjes om winden. Ik vind ook dat ze bijna allemaal helemaal te begrijpen moeten zijn.'

Herkenning. Een gevoel van solidariteit oproepen. Troost bieden. De mensen een hart onder de riem steken. Dat zijn de zaken waar hij naar streeft met zijn liedjes. 'Ik ga uit van de veronderstelling dat ik niet de enige ben die zich zo voelt.'

Ongeveer even geleidelijk als hij het katholicisme heeft losgelaten, neemt zijn linkse engagement toe. 'Schuld is een tweede natuur van katholieke mensen. Daarom kan ik bijvoorbeeld ook heel slecht tegen kritiek. Dan begin ik meteen te blozen.en ik moet oppassen om niet in tranen uit te barsten. Zo van: Oh, wat heb ik fóút gedaan! In de katholieke kerk is kritiek niet opbouwend. Het is fout, zonde, schuld. Met kritiek kan ik niet goed omgaan.' Omstreeks 1987, ten tijde van een nummer als Mag het licht uit, lijkt zijn eigen maatschappelijke betrokkenheid hem te beklemmen. Hij voelt zich zo'n beetje persoonlijk verantwoordelijk voor het wereldleed dat hij op zijn schouders meetorst. 'Het maakte me zwaar ongelukkig. Daarmee maakte ik mijn omgeving ook ongelukkig. Want papa is zo depressief. Ik ben erover heen gekomen, door er gewoon een punt achter te zetten. Ik ben toen opgehouden kranten te lezen en televisie te kijken. Toen ik weer ben gaan lezen, ging het over schoonheid, poëzie, astronomie of geschiedenis. Dat geeft je ruimte en lucht.

'Of het goede altijd overwint, dat zou ik - zeker in deze tijden - niet meer zo durven beweren. Maar ik ben nog steeds overtuigd van de goedheid van de mens. Alleen hebben mensen het steeds minder voor het zeggen. Dat baart me zorgen. Ik denk dat de wereld het rijk van het kwaad is. Op een slinkse wijze heeft de antichrist het roer in handen. Ik beweer dat de paus dus eigenlijk de duivel is. Misschien worden we al eeuwen lang op grote schaal besodemieterd. Het wordt dus verkocht als moreel en geweten, maar het is een grote bedotterij.'

Huub maakt zich nog steeds zichtbaar kwaad over de tijdsgeest. Noemt Amerika de terreurstaat nummer één. Zet vraagtekens bij het Fortuyn-effect. Niet voor niets heeft onlangs Joe South's Walk A Mile In My Shoes vertaald als Ga In Mijn Schoenen Staan. 'Een boodschap die de mensen nu best kunnen gebruiken. In dit tijdperk van verregaand individualisme en verrechtsing. We zitten hier in Nederland op een puist van welvaart en rijkdom, die we overal vandaan hebben gehaald. En nu komen de mensen het stukje bij beetje terughalen en dan zeggen we: Ho, ho, mannetje, buiten blijven! Tent dicht. Dit is van ons. Terwijl het allemaal door de eeuwen heen gestolen is.'

Het verschil is dat hij zich er niet meer gek door laat maken. 'Ik probeer om het niet een 24-uurs kwaadheid te laten zijn. Over Reagan maakten we nog eens Cowboy Met De Witte Hoed. Heeft ook niet geholpen. Ach, dat is ook te veel gevraagd van muziek. Maar je moet het toch van je afschrijven. En ook om gelijkgestemden te vinden. Dat mensen horen: Hé, ik ben niet de enige die dat denkt.'

'Toen mijn dochter Mira werd geboren, vijftien jaar geleden, dacht ik even: Kan ik nog wel rock & roll schrijven? Toen wist ik het niet meer. Daar heb ik echt een tijdje mee geworsteld. Nou, de grootste ontdekking was dat de onderwerpen die zich daarna aandienden helemaal niet zo veel anders bleken dan die daarvoor. Ik hoef de stront niet op te zoeken. Het komt mijn pad wel op.

Bovendien heb ik ook voor de andere kant gekozen: ik oefen mijn geluk. Ik oefen erop om mijn geluk vorm te geven. Ook in liedjes. Ik ben ook gewoon opgehouden om het rock & roll of pop te noemen. We maken nu muziek voor de mensen.dan heb je van dat probleem ook geen last meer. 'Mijn vrouw is een tijd ziek geweest. Toen dacht ik op voorhand dat ik een aantal liedjes over haar en ons beiden niet meer uit mijn stront zou krijgen. We hebben ze toch gespeeld. Het was alsof je al zingend iets aan die situatie kon doen. Bijna een bezwering. En als die bezweringen ook nog eens door vijfhonderd mensen worden meegezongen, lijken ze nog harder te werken. Toen heb ik écht de magie van muziek gemerkt. Dat was heel wonderlijk.

'Op onze nieuwe plaat (Muzikanten Dansen Niet) staat het nummer Dansen In Het Duister. Een soort dans macabre. Het beschrijft hoe mijn vrouw en ik overeind probeerden te blijven in de periode dat zij kanker had. Dansen in het duister en maar kijken hoe het afloopt.'

Zijn vrouw Teuntje, met wie hij al bijna een kwart eeuw samen is, werkt als toneelregisseur. Ook Huub heeft ambities in die richting. Zijn meest recente filmrol speelt hij als zombie in de korte horrorfilm R.I.P.. Over zijn ervaringen op de filmset heeft hij zes sonnetten geschreven. Zijn acteerwerk beschouwt hij op dezelfde manier als de buitenlandse tripjes van De Dijk, 'Als cadeautjes.'

Acteer je ook op het podium? In de zin dat je de zanger van De Dijk speelt? 'Dat heb ik wel gedaan.dat klopt. Maar op een gegeven moment wordt dat behoorlijk star. Van die zanger heb ik nu wel een beetje afstand genomen. Van die zanger van De Dijk, die ik speelde. Ik probeer het nu meer als Huub.' In een liedje heet het: 'Je bent een lul, dat zal je altijd blijven, dat is de prijs van al je gekloot.'

'Mensen vragen vaak: Hebben het werk en het succes je veranderd? Ik geloof dat een mens niet verandert. Je bent een lul en dat zal je altijd blijven. Hoe hard je er ook aan trekt. Je wordt nooit wezenlijk anders. Daar zit ook troost in. Wanhoop niet. Want dat heeft geen zin. Je kunt je lot niet ontlopen. Zeker niet door erover in te zitten. Ik ben een positieve fatalist.'

Henk Westbroek verklaarde ooit: Er zijn in Nederland maar heel weinig mensen die grappig kunnen schrijven. Nederlandse liedjes hebben altijd zo'n onvoorstelbaar serieuze ondertoon. Een grappig liedje van De Dijk heb ik nog nooit gehoord.'

'Nee, laat Limburg dat maar doen. Ik doel niet op Rowwen Hèze, hoor. We zijn natuurlijk een serieus volkje. We nemen de dingen heel serieus. Harry Muskee neemt de blues ook serieuzer dan ie is. In die traditie zit ik. In Concordia - mijn dichtersclubje - zit wel meer humor. Hoewel ik me hoed voor cabaret. Ik hou ook niet van die 'vondst'-nummertjes.'

Aan de ene kant loert de cabaret-val en aan de andere kant die gezwollen, semipoëtische lyriek van de Volumia's en de Bløfs.

'Ja (grinnikt). De goeie toon is een smal pad.'

Hoe kijk je tegen die succesvolle jaren negentig-golf van De Dijkjes aan?

Ofwel de Nederlandstalige studentenpop?

'Ik zou met geen van die bands willen ruilen. Want wij zijn beter. Wij zijn er trots op dat we het bestaansrecht van Nederlandstalige muziek nog bevochten hebben. Inmiddels is het een genre. En zoals in ieder genre heb je goede en slechte voorbeelden. Toen wij voor het eerst Skik hoorden, wisten we meteen: Ja, zie je wel. Daar kun je bijna trots op zijn. Dat dit nu kan. Vanwege wat wij gedaan hebben.'

Gedurende de sabbatical van De Dijk formeert Huub samen met pianist Jan Robijns en bassist Bart de Ruiter de formatie Concordia. Een groep die ontstaan is tijdens wekelijkse dichtersavonden in een lokaal café. Het is zijn poging om uit het strakke keurslijf van liedjes te ontsnappen. Inmiddels trekken ze door het land. Maar die dichtersavonden zijn voor Huub ook een zoektocht naar essentiële vragen. Een plek waar spiritualiteit versmelt met muziek, kunst en schoonheid.

'Het waarachtige, daar ben ik nog steeds naar op zoek. Wat is dat dan precies? Ik kan me voorstellen dat er een moment komt dat ik zeg: Nu doe ik niks meer. Dat ik alleen nog maar ga lezen. Om er achter te komen wat hét nu is. Rutger Copland schrijft ergens: Wie iets vindt, heeft slecht gezocht.

'Het wonder dat zich bij een goed popconcert voltrekt. Duizend mensen in een zaal die eigenlijk niets met elkaar hebben. Tegen het einde is de zaal vol met hetzelfde gevoel. Je kunt het niet meten of vangen. Maar het is waarachtiger dan alle opiniepeilers bij elkaar. Bij onze optredens wordt iets essentieels gevierd. Een soort lotsverbondenheid.

'Maar de illusie is ook mijn wereld, hè. Ik vind het helemáál niet erg om me allerlei dingen in mijn hoofd te halen die misschien strikt genomen niet helemaal waar zijn. Laat me maar. Als ik die illusie niet meer zou hebben, houdt het wat mij betreft op. Deze werkelijkheid kan me gestolen worde. Ik gebruik 'em gewoon. Als De Dijk er niet meer zou zijn, zou ik zo in iets anders vluchten.'

Twintig jaar. Zelf verbaasd?

'Nee, want dat is juist het bewijs dat de grondslagen kloppen. Als het op de goede dingen gebaseerd is, zoals vriendschap, heldere afspraken en een goeie organisatie, dan kan je zover komen.'

Het zoveelste rondje Nederland. Het spreekwoordelijke plafond, dat jullie allang bereikt hebben.

'Ja, ja, ik kén dat plafond. Maar daar gaat het juist steeds weer om. Weer voor de twintigste keer Bibelot in Dordrecht of Paradiso in Amsterdam. Dat is juist je opdracht als band. Om het iedere keer leuk te maken, voor jezelf en voor de mensen. Dat moet je kunnen en daar zijn wij verdomd goed in.' De Dijk wordt nooit gezien als de groep van de gebroeders Van der Lubbe. Jullie passen ook niet in het roemruchte rijtje groepen waarin de broers elkaar naar het leven staan.

'Wij met zijn tweeën, dat zou niet gaan. Maar er zitten genoeg buffers tussen. In de vorm van andere leden, die we hard nodig hebben. In de band zie ik Hans ook niet als mijn broer. Hij is gewoon bassist. Het is echt niet zo dat het nooit spalkt tussen ons. Maar dan gaat het ook wel ergens om. Meestal om muziek. Alle muzikanten zijn ego's, ja. Nou, dan ben ik de grootste ego. Want ik ben de zanger. En ik benijd Hans niet omdat hij bassist is. Of hij mij benijdt, moet je maar aan Hans vragen.'

In die twintig jaar ook geen spoor van andersoortige ruzies, schandalen of wilde anekdotes?

Nee, er gebeurt nooit iets schokkends bij ons. Wij zijn ook niet van die extreme mensen. Ik denk zelfs dat het gedrag van Nederlandse popmuzikanten een direct gevolg is van die arrogante poenerigheid van de Amerikanen. Dat schaamteloze pr-denken. Maar wij saai? Helemaal niet.' De Dijk is zo…

'Politiek correct?'

Correct in alle opzichten. Iedereen houdt ook van De Dijk.

'We maken er wel eens grappen over. Zullen we eens… tja en wat moet je dan doen? Een televisie uit het hotelraam smijten? Handdoeken in de wc proppen? De boel onderschijten? Iemand es effe vreselijk op zijn bek timmeren? Ha, dat zou wel een goed zijn, natuurlijk. Als we bløf eens helemaal in elkaar slaan. Ha, ha. Zoiets. Eén keer heb ik een ei naar mijn hoofd gehad. In het Bolwerk te Sneek. Een punkbolwerk. Zeventien jaar geleden.

'Harry Muskee vertelt wel eens over de buitenlandse tournees van Cuby & The Blizzards. Bij de Duitse grens lagen ze allemaal al in coma van drank en drugs. Tussen hen en ons zit net een generatie. Net genoeg om in te zien: Ja, dat kan dus niet. Je wint er niks mee en de mensen gaan eraan kapot. Dat vraagt om herbezinning. Natuurlijk, in het begin hebben we dat ook wel gehad. Honderd gulden verdiend, hup naar de Mazzo, pakje coke kopen en weg was het weer. Maar dat heeft feitelijk maar effe geduurd. En dope tijdens het spelen, dat kwam er bij ons niet in. Dat deden we niet. Want de muziek leed eronder. Dat was zichtbaar en hoorbaar.'

Is Huub van der Lubbe een volksdichter?

'Mwa.. is Reve ook al niet een volksdichter? Nou, ik wil best volksdichter heten. Als ik daar niemand mee tegen de haren instrijk. Bang mannetje, hè..? (lacht)

'Ik beschouw mijn liedteksten ook niet als gedichten. Maar dat zeg ik uit voorzorg. Als ik zou zeggen: Mijn liedjes zijn ook gedichten, dan wéét je gewoon dat iedereen daarover zal vallen. Dat ze zeggen (zware zeikstem): Nee, dat zijn natuurlijk helemaal geen gedichten.Je weet dat je dat over jezelf afroept. Het is Nederland. We zitten allemaal op elkaars lip. Dus daarom zeg ik: Deze liedjes zijn gewoon liedjes. Want dan komen mensen je vertellen: Weet je wel dat ze ook best wel poëtisch zijn? Dat is toch handig?

'Misschien doen we het bij De Dijk wel altijd zo. Handig. Om het gelazer te omzeilen. Om de lieve vrede te bewaren en niemand te shockeren. Misschien zijn we te handig. Dat leer je als regisseur. Je leert ontzettend denken in oorzaak en gevolg. Bij De Dijk doen we het op onze manier. Dat wil zeggen: in goeie harmonie, prettig, rustig, zonder geklepper van deuren, ramen, tafels en borden. Als het zo kan: graag.'

Geschreven door: Herman van der Horst


















Muziek + Beeldinfo
De Dijk tekent kontrakt bij Telstar



















   2020
   2019
   2018
   2017
   2014
   2013
   2012
   2011
   2010
   2009
   2008
   2007
   2006
   2005
   2004
   2003
   2002
   2001
   2000
   1999
   1998
   1997
   1996
   1995
   1994
   1993
   1992
   1991
   1989
   1986
   1984
   1982