homehomehomehomehomefotosteksten en akkoordenhomelinkscontact
  

Als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen


Hou me vast



Hollandse waar klinkt onder de douche en in de Kuip De wonderbaarlijke herrijzen
25 november 1994 - Volkskrant

Een jaar geleden zag het er nog somber uit voor de Nederlandstalige muziek. Nu sneuvelen de records aan de lopende band. De bestverkochte cd-single aller tijden is van Marco Borsato (Dromen zijn bedrog); voor René Froger is Ahoy' tien keer uitverkocht; het Eurovisie Songfestival leeft weer in veler harten; De Dijk is geliefder dan ooit. Toeval, het Paul de Leeuw-effect, of toch gewoon een kwestie van toegenomen kwaliteit?


'Het is al vaker goed gegaan', zegt Huub van der Lubbe, zanger van De Dijk, in de kleedkamer van Tivoli in Utrecht. 'En dan zeiden we tegen elkaar: nu zitten we op onze top. Maar zoals het nu gaat, dit is echt de top - en dan grijnzen we nog maar eens feestelijk tegen elkaar.' De zaalhouders boeken de groep dit jaar het liefst maar meteen voor twee - uitverkochte - concerten. Van de langspeel-cd De blauwe schuit waren er binnen vier weken tijd 54 duizend verkocht. En Als ze er niet is is de grootste hitsingle van De Dijk ever.

Het gaat al jaren hartstikke goed - voor een optreden van De Dijk is altijd overal volop belangstelling. Het gaat nu alleen nòg een beetje beter. Dat heeft de Amsterdamse groep helemaal aan zichzelf te danken en niet aan een tiptop marketing-apparaat, een lollige gimmick, een duwtje in de rug van een gevierde televisieshowmaker of welke bemoeienis van derden dan ook die van invloed kan zijn op de stand van de sterren in Nederland Muziekland.

Het succes van De Dijk is dus een geval apart. Zoals het succes van de Limburgse violist André Rieu, die Strauss de hitparade in speelde, een geval apart is. En dat van de studenten van de Hermes House Band (I will survive). En dat van BZN, Frans Bauer, 2 Brothers on the 4th Floor, De Dikke Lul Band, Paul de Leeuw, 2 Unlimited, Van Dik Hout en Marco Borsato ook. Wat deze namen met elkaar verbindt, is dat ze populair zijn en Nederlands. Een 'genre' - voor het gemak noemen we het toch maar even zo - dat er wel eens beroerder heeft voorgestaan.

Begin oktober jubelde Sieb Kroeske, directeur van de Stichting Mega Top-50, per fax: 'De top 3 van de Mega Top-50 is voor het eerst in de hitparadegeschiedenis compleet Nederlandstalig' (een 'compleet' Nederlandstalige top 2 was wel eerder voorgekomen, bijvoorbeeld in juli 1971, toen Zou het erg zijn lieve opa van Vader Abraham & Wilma en Manuela van Jacques Herb de lijst aanvoerden). Twee weken later, in 'week 42', gaven de verkoopcijfers alweer aanleiding tot op-de-borstklopperij; de ganse top 6 was van Nederlandse makelij: 1. Marco Borsato (Dromen zijn bedrog) 2. Paul de Leeuw (Voorbij) 3. De Dikke Lul Band (Dikke lul) 4. 2 Unlimited (No one) 5. André Rieu (The second waltz) 6. De Dijk (Als ze er niet is).

Voeg daarbij dat Dromen zijn bedrog inmiddels is uitgegroeid tot bestverkochte cd-single aller tijden in Nederland (met 200 duizend exemplaren). Dat René Froger, nog zo'n geval apart, onlangs tien keer achtereen Ahoy' heeft weten vol te zingen en komende zomer vast van plan is, in navolging van Prince, Madonna en The Stones, de Kuip te vullen. Dat Liesbeth List voor het eerst in veertien jaar weer een 'album' heeft gemaakt, dat de release van de nieuwe cd van Claw Boys Claw, Nipple, via de STER-reclame bekend werd gemaakt, dat de Golden Earring in al die jaren nog nooit zo goed heeft geboerd en dat Corry Brokken eindelijk in digitale uitvoering verkrijgbaar is - om willekeurig wat te noemen. En je zou haast janken van geluk, als rechtgeaarde chauvinistische gezonde Hollander die van een lekker moppie muziek houdt.

'De omzet vertoont de laatste jaren inderdaad een stijgende lijn', klinkt het zuinigjes uit de mond van Olav Vlaar van de NVPI, de organisatie waarin een groot deel van de platenindustrie is verenigd. 'Maar we moeten in de euforie niet vergeten dat het maar een beperkt aantal artiesten is dat veel verkoopt. Dat is de categorie van 2 Unlimited, Paul de Leeuw, Golden Earring en Marco Borsato.'

Vergeleken met tien of twintig jaar geleden valt de huidige omzet van 'Nederlands populair' zelfs behoorlijk tegen, aldus Vlaar. In 1983 (het introductiejaar van de cd) bedroeg het aandeel van de totale omzet nog 25 procent - wat al een enorme neergang betekende ten opzichte van de eerste helft van de jaren zeventig. Dat aandeel zakte verder tot een dieptepunt in 1989, 12 procent. Sindsdien is het weer gegroeid: tot 15 procent in 1992 en 18 procent in 1993; over 1994 wordt, gezien de cijfers van de eerste zes maanden, plusminus hetzelfde percentage verwacht.

Er is vooralsnog dus nog geen reden tot chauvinistische gelukzaligheid, of opheffing van Conamus, de stichting die de Nederlandse 'lichte' muziek in binnen- en buitenland promoot. Maar her en der wordt met recht een beetje feest gevierd.

De meest voor de hand liggende verklaring voor de verandering van klimaat, buiten toeval, luidt: het Nederlandse muziekprodukt is gewoonweg beter geworden. De liedjes zijn beter dan voorheen, men zingt beter, de arrangementen zijn beter, cd's klinken beter, enzovoort.

Dat zegt ook Rick Hartman, a&r-manager bij Phonogram, de platenmaatschappij die De Dijk, BZN en André Rieu onder contract heeft: 'Ik denk dat het de consument echt niet uitmaakt of een plaat in een chique Londense studio tot stand is gekomen of op een zolderkamertje in Nieuwegein, als het liedje maar leuk is. Er is gewoon heel veel goeie muziek in Nederland gemaakt in de afgelopen periode.'

Maar er is meer gaande. Er worden bijvoorbeeld weer meer singles gekocht. En niet alleen op vinyl: de 12-inch floreert dank zij de populariteit van het dance-genre. Sinds de zogenoemde 2 track-single is ingevoerd, die logischerwijs heel wat minder kost dan de maxi-variant, is ook de cd-singlemarkt gegroeid. En 'Nederlands populair' is van oudsher repertoire dat per liedje wordt gekocht.

'Het is een raar fenomeen', zegt Jan Tekstra, a&r-manager van Polydor. 'Een jaar geleden was het hier nog ellende met het Nederlandse repertoire.' Nu glimt hij van trots, vanwege de triomfen van 'Marco'.

Polydor heeft de laatste twee jaar fors in zijn artiestenstal gesneden; de platenmaatschappij investeert dus relatief meer in minder mensen. Jan Tekstra was degene die Marco Borsato aanraadde op het Nederlands over te gaan. De half-Italiaanse zanger die een aantal jaren geleden de Soundmixshow won, was al 'ongelooflijk populair' in het land, in het discothekencircuit. Maar bijster veel van zijn platen, met Italiaanse liedjes, verkocht Polydor niet. Daar moest dus iets op worden verzonnen.

'Ik heb heel wat optredens van hem gezien', zegt Tekstra. 'Hij kon alles raken, behalve op tekstueel gebied. Volare ging nog net, dat werd wel meegezongen. Maar bij de rest haakten de mensen in de zaal af, ze begrepen er geen snars van.' Polydor heeft met de cd Marco voor een aanpak gekozen die je de pizzeria-strategie zou kunnen noemen: alle composities zijn van Italiaanse oorsprong - geen tophits (op een enkele uitzondering na) maar liedjes die de doorsnee Hollander vagelijk bekend in de oren zouden moeten klinken. De 'teksten van nivo' werden onder meer door Robert Long geschreven.

Het mocht in geen geval een 'platte hap' worden, zegt Tekstra. Dat zou ook niet passen bij Marco Borsato, die immers 'een leuke gecultiveerde gozer' is. En hij haast zich te benadrukken dat de geluksfactor in dit 'extreme geval' niet onderschat dient te worden. En Radio Noordzee Nationaal heeft een steentje bijgedragen, 'daar is Marco gigantisch veel gedraaid in het begin'.

Bij Polydor is men zeer te spreken over het feit dat er zoveel radiozenders zijn bijgekomen. 'Toen die commerciële stations er nog niet waren, was het aantal mensen dat besliste over je produkt veel beperkter. Nu heb je meer mogelijkheden. Het gebeurt zelfs dat dj's juist die nummers willen draaien die de concurrent laten liggen. ''Vond Pietje het niet mooi?'' zeggen ze dan. ''Nou, ikke wel''.'

'Nederlandse muziek hoeft niet als een beschermde diersoort in een reservaat voor uitsterven worden behoed', meent Martin Banga, directeur van Radio Noordzee Nationaal. Maar het was wel verontrustend om de 'neerwaartse spiraal' sinds de jaren zeventig, die leidde tot de oprichting van het radiostation dat - op gang geholpen met geld van de auteursrechtenbehartigers Buma/Stemra, een zaak waarover het laatste woord nog niet is gezegd - 'voor 88 procent nationaal produkt draait en 12 procent buitenlands'.

De luistercijfers zijn sinds 1 april, de dag waarop de minister etherfrequenties uitdeelde aan de commerciëlen, verviervoudigd. Met een marktaandeel van zeven procent - anderhalf miljoen luisteraars - en een concurrent, Holland FM, die van doelgroep veranderde op het moment dat de zender door Endemol (en Veronica) werd opgekocht, kan de directeur van Radio Noordzee Nationaal rustig zeggen: 'We weten dat we een hit kunnen maken.'

Banga: 'De tijd dat Nederlandse muziek verdacht was, is voorbij. Ik was bijvoorbeeld laatst bij René Froger in Ahoy': vanaf het tweede couplet stond de hele zaal, niemand is meer gaan zitten. Daar zijn wel 70 duizend mensen geweest, en voor niet geringe bedragen.'

Huub van der Lubbe (van De Dijk) was een poos geleden even bang dat hij zich gedwongen zou voelen om over te gaan op een vreemde taal. 'Ik dacht toen, overigens zonder grote vreugde: als het nationalisme dat zich overal in Europa manifesteert ook in Nederland doorzet, dan zitten wij goed. Maar dan wordt het misschien wel tijd om in het Swahili te gaan zingen.'

Het dictaat van Hilversum is weg, voert hij als verklaring aan voor de bloei van 'Nederlands populair'. De luisteraar laat zich tegenwoordig minder sturen, die bepaalt zelf wel waar hij naar wil luisteren. En blijft dan liever dicht bij huis met 'het betere onder-de-douchewerk' van Gordon. Een beetje meer nationale trots mag overigens best, vindt Van der Lubbe. 'Het Nederlandse lied heeft doorgaans een groot lalgehalte, dat werkt bevrijdend - al pleit het niet meteen voor de smaak van het publiek. Je kunt vrijdagavond laat in de kroeg met je dronken hoofd wel een plaatje van De Dijk op zetten, over hoe mooi de liefde kan zijn, maar dan is Dikke lul, dikke lul, dikke lul, lul, lul toch geschikter. Die functie heeft zo'n nummer en dat is heel gezond.'

Wat hem nog wel even van het hart moet, is dat de situatie voor beginnende rock 'n' roll-bandjes op het moment allerbelabberdst is. Er valt weinig op te treden: zalen verdwijnen door gemeente-bezuinigingen of kunnen geen concerten meer organiseren vanwege de geluidshinderwet. Bovendien lijkt het erop dat 'de disco's de slag hebben gewonnen van de bandjes via de house'.

Het succes van Van Dik Hout, een jonge Nederlandstalige rockband die aardig aan de weg timmert met zijn eerste cd, vormt een uitzondering op het geploeter van veel collega-bandjes. 'We hebben altijd zoveel mogelijk opgetreden, in kroegen, jongerencentra, waar dan ook', zegt zanger Martin Buitenhuis. 'Maar als je dan van tevoren zei: we spelen Nederlandstalig, dan hoefde het niet. Dat vooroordeel kom je vaak tegen.' Om zich heen ziet hij veel bands van leeftijdgenoten opduiken die moderne muziek - rap en vuige rock - combineren met Nederlandse teksten.

'Succes genereert succes', zegt Flip van der Enden. 'Door de superstatus van één artiest krijgen de anderen het voordeel van de twijfel.' Hij was tot 1 oktober 1992, toen de nieuwe taakverdeling tussen de Hilversumse zenders van kracht werd, in dienst van de VARA als samensteller voor Radio 3. Tegenwoordig werkt hij als perspromotor bij platenmaatschappij Virgin. Ook hij signaleert weinig belangstelling voor frisse, jonge bands. 'Alle aandacht gaat naar het middle of the road-genre - de Frogers en Borsato's'.

In Hilversum maken ze er een beetje een rotzooitje van, vindt Van der Enden. 'Van nature hoort het middle of the road-produkt thuis op Radio 2, maar je hoort het steeds meer op Radio 3.' Radio 3 moet concurreren met de commerciële zenders, krijgt derhalve steeds meer een muzakachtige functie en roert, nu 'Nederlands populair' lekker ligt, dus ook in het vaarwater van Radio 2.

En dan is er - met geen mogelijkheid over het hoofd te zien - de Paul de Leeuw-factor, ook wel bekend als het 'songfestival-effect'. Misschien is alles wat hier boven wordt genoemd maar bijzaak en heeft de zinggrage grappenmaker in zijn eentje het gewijzigde muziekklimaat op zijn geweten. Hij heeft van het Eurovisie-songfestival, dat ernstig in de versukkeling was geraakt, in elk geval weer een zaak van nationale betekenis gemaakt. En hij bewees niet alleen Ruth Jacott een dienst door met haar te zingen en openlijk op de buis van haar te houden. Hij heeft Willeke Alberti achter de geraniums weggeplukt en aan een come-back geholpen, en René Klijn aan een dijk van een hit (Mr. Blue).

Gordon, Bonnie St. Clair, Gert en Hermien, André Hazes en de zusjes Maywood, Mariska Veres - wie hebben in de categorie 'Nederlands populair' niet, begeleid door het vermaarde ensemble van Cor Bakker, een beetje en soms heel erg voor paal mogen staan in zijn televisieshows? De camp-benadering van het lichte repertoire, zoals een tijdje erg in zwang was in bepaalde homokringen, heeft hij niet verzonnen. Hij heeft er wel gemeengoed van gemaakt. Daarna is het vanzelf een serieuze aangelegenheid geworden - de zanger Paul de Leeuw heeft qua verkoopcijfers dezer dagen alleen iets te duchten van Marco Borsato.



Geschreven door: NICOLINE BAARTMAN


















Helmonds Dagblad
Veulpoeper met succes in Lierop
Onbekend
Stampei: rijp voor de top



















   2020
   2019
   2018
   2017
   2014
   2013
   2012
   2011
   2010
   2009
   2008
   2007
   2006
   2005
   2004
   2003
   2002
   2001
   2000
   1999
   1998
   1997
   1996
   1995
   1994
   1993
   1992
   1991
   1989
   1986
   1984
   1982