homehomehomehomehomefotosteksten en akkoordenhomelinkscontact
  

Als jij het niet meer weet
in het donker van je hoofd
ze laten weinig heel
van waar je in gelooft
hoe de tijd ook raast
we moeten erdoorheen
als jij het niet meer weet
je bent niet alleen


Hou me vast



De Dijk: al 25 jaar lang geen baaldag
19 januari 2006 - De Gelderlander

De Dijk, soulrockband van oer - Hollandse snit, is jarig. Een kwarteeuw oud, is dat een prestatie? „Voor de meeste bands wel“, grijnst zanger Huub van der Lubbe. En voor De Dijk? Ze lijken zo’n beetje door de jaren heen gerold. „Nou..., we hebben het wel 25 jaar naar ons zin gehad.“

Op 3 februari viert De Dijk z’n feestje met een concert in Ahoy’, Rotterdam. Er komt een dubbele verzamel-cd uit en de band toert in april, mei en juni uitgebreid door het land. Zoals ze dat al die jaren al doen, een kwart eeuw lang.

Hoe je dat volhoudt? Van der Lubbe: „Zorg dat je je alleen maar met muziek bezig hoeft te houden, dat de zakelijke aangelegenheden in de beste handen liggen, en dat je het in de auto dáár dus niet over hoeft te hebben. Want dat is toch de praktijk, over zakelijke dingen breekt de pleuris uit. En verder? Je niet van je stuk laten brengen, iets in je hoofd hebben en dat heel graag willen. Ik spreek voor mezelf: kon niet zo goed zingen, maar wilde ontzettend graag. Altijd al. Iets doen waarvan de mensen zouden zeggen: goh, die Huubje, kijk ’m nou.“

Met Huub is ’t dus wel goed gekomen. In de muziek van De Dijk, vernoemd naar de Amsterdamse Zeedijk, klinken nog altijd de geluiden die hem voedden in zijn Zaanse schooljaren. De blues van Cuby &The Blizzards, de soul die hij hoorde op de feesten van de Molukse gemeenschap in Wormerveer. Waar Huub muzikanten zag als Rudy de Queljoe van Brainbox. „Kijk, dán praat je ergens over. Bij hen zag ik dat muziek vrijheid gaf. Die gasten kwamen binnen met hun instrument en hoefden niets meer te vertellen. Ze waren iemand, want ze waren muzikant.“ Wie het spoor terug volgt, komt uit bij de band Stampei, Huub samen met broer Hans en nog wat Zaankanters. Ze maakten Nederlandstalige muziek, uniek in die tijd, de jaren zeventig. „We vertaalden onze Engelse teksten en opeens gebeurde er iets“, herinnert Van der Lubbe zich. „Het werd stil in de zaal, er was een ander soort aandacht. Dát is interessant, dacht ik. Maar op de golven van de vrijgevochten punkbeweging vloog Stampei alle kanten op. Alles kon, ieder idee moest getolereerd worden, we stonden met zestien man op het podium, honden erbij, je kent dat wel. Toen we een jaar later De Dijk oprichtten zeiden we: laten we eerst zorgen dat we een vierkwartsmaat swingend kunnen spelen, daar hebben we onze handen aan vol.“

De rest is geschiedenis. Jullie hebben een pad gekozen en zijn daar nooit meer van afgeweken.

„Nee. Goed hè? Het klopt waarschijnlijk heel erg goed. En zo zitten we in elkaar. Dit is de route waarop we elkaar kunnen vinden en waar we heel goed in zijn. Waarom zou je daar van afwijken? We zijn niet zo’n experimenteerdriftig bandje. Improviseren, een eind weg jammen? Dan kijken de meesten elkaar vragend aan. Er moet een plan zijn. Ze zeggen het ook wel eens tegen mij: ’Doe maar wat’. Ja zeg, ho! Dat komt niet, dat gaat niet, dat durf ik ook niet. Dan maak ik mezelf belachelijk. Ik wil weten wat ik zing. Voor mij bestaat muziek niet alleen uit klanken, het is ook inhoud.“

Sommige zangers beginnen met zo maar wat in de microfoon te blèren.

„Ik blèr wel, maar in mijn hoofd. Natuurlijk begin ik met niks, maar ik ga zoeken, waar wil ik het over hebben, wat zit me hoog. Inwendig roep ik dingen, tot ik denk: hé, dat is wat, en dat schrijf ik op.“

Is De Dijk zo stabiel dat van ontwikkeling geen sprake is?

„Toch wel. We worden steeds beter in wat we altijd al probeerden. Op de eerste plaat hoor je dat alles er al in zit, ongepolijst maar ook charmant. Op de tweede begint het vormvast te worden, en geleidelijk gaat het steeds meer zweven als muziek. Ook de laatste tien jaar wordt het nog steeds beter, dat is werkelijk mijn idee. Je leert dat veel dingen waarvan je dacht dat ze belangrijk waren er niet toe doen. Ik hoor het aan mijn zingen. De eerste jaren probeerde ik met m’n stem iets mee te geven aan het lied, een soort persen, alsof de woorden, de intentie alleen niet genoeg zijn. Nodeloze ballast! Laat het los, laat het liedje het verhaal maar vertellen. In plaats van boodschapper word je doorgeefluik, vehikel voor het lied. Het geldt voor veel meer dingen: vroeger wilde je dat iedere klap van de drummer een aardschok was. Misschien is het wel boeiender dat iedereen op een klap wacht die helemaal niet komt. Maar we kunnen er nog steeds uitknallen, jawel. We zijn geen watjes geworden.“



Om daar achter te komen moet je wel 25 jaar lang alle zaaltjes langs, elk jaar opnieuw De Koog in Noord-Scharwoude.

„Ons hoor je niet mopperen. We zijn muzikanten, vinden het fijn om op te treden. Ook dat moet je in 25 jaar geleerd hebben: zorg ervoor dat het een leuke avond wordt en dat begint ermee dat je het zelf leuk vindt. Je kunt niet onecht op het podium staan. Bovendien bouw je een relatie op met je publiek. ’Zijn jullie er weer, fijn!’ De zalen zijn vol, het haar van de mannen wordt wat dunner, de vrouwen worden wat voller, maar ze nemen ook hun zonen en dochters mee. Het verveelt nooit. Dat heb je ook zelf in de hand. Maak nummers die je graag speelt. Zorg dat je het ontzettend leuk hebt met elkaar en dat kunnen we behoorlijk goed. Een baaldag mag je niet hebben. Nee, daarvoor is muziek een te groot goed en daarvoor is het ook echt een te leuk vak. Ik voel me een bevoorrecht mens, zeker. Als nou ook de bevoorrechte mensen gaan mopperen... Je moet iedere keer weer spelen alsof je AZ bent, met de wil om landskampioen te worden. Het gevoel van: ’t zit er allemaal nog aan te komen.“

Op de jongste cd Later Is Nu klinkt deels een zwaarmoedige, donkere toon door. Een lied als Elke Dag Opnieuw liegt er niet om: ’Elke dag opnieuw verwens ik heel de aarde/Verwens ik God, de mensheid, maar bovenal mezelf’, zing je.

„Dat is de donkere kant van Huub. Het moest er maar eens uit, had ik het idee. Je wordt met bepaalde ideeën en principes grootgebracht, en na je puberteit stel je die grondprincipes niet meer aan de kaak, ik niet tenminste. Ik ga bijvoorbeeld uit van de goede bedoelingen van de mens. Maar is dat wel zo? Is er niet veel meer reden te denken dat de mens alleen maar geneigd is om anderen uit te buiten. Nou ja, dat was een schok om me dat af vragen.“

Ook daar kun je dus popmuziek van maken.

„Ja. Ik vraag me niet meer af of dat wel kan of mag. Dit nummer heeft bepaald een verontrustende werking: zo kennen we onze Huub niet. Ik zie dat in de zaal, een lichte onrust maakt zich van de eerste rijen meester. Maar ja, misschien hebben we te lang gedacht dat het allemaal wel oké is, dat het allemaal wel goed komt. Misschien komt het helemaal niet goed. Al haat ik het om dat zeggen.“

Aan de andere kant ademt een nummer als Recht In De Ogen juist weer hoop.

„De tekst is van een maand na 11 september 2001, toen iedereen op zijn achterste benen stond. Maar ho, ho. Dit soort processen heeft zich altijd afgespeeld. Dat wij er vanuit gaan dat alles tandpastafris is, kunnen we ons permitteren omdat we het hier zo goed hebben. De werkelijkheid in de rest van de wereld is anders. Ik wil daar wel wat over zeggen, ja. Zou ik me beperken tot de popgegevens liefde en uitgaan, dat zou niet meer kloppen. Als je achttien bent, zijn je voornaamste zorgen: waar ga ik vanavond naar toe en met wie. Maar maatschappelijke thema’s zijn we nooit uit de weg gegaan. Alleen is de toon misschien wat minder optimistisch. Weet je, als we het aan mensen zouden overlaten komen we er wel uit. Maar het zijn machten groter dan wij die het voor het zeggen hebben. ’t Lijkt of mensen er niet meer toe doen.“

De Dijk geeft op 3 februari haar jubileumconcert in Ahoy’, Rotterdam. Op 28 april in Arnhem en op 24 mei in Brummen. Info:. www.dedijk.nl

Geschreven door: MARK MINNEMA


















NH Dagblad
Concert van De Dijk is een beetje thuiskomen
Parool
Paradiso 2005
Haarlems Dagblad
De Dijk-diesel dendert door Haarlem
De Gelderlander
Kippenvelmuziek waarvan je moet janken
Metro
EEN MINUUTJE
Dagblad v/h Noorden
Emmense lijsttrekker voor notering top 2000
Eindhovens Dagblad
Vakmanschap van De Dijk
Zeeuwse Courant
Superguppie zingt nu ook
Metro
‘Ik ben een circusartiest’
NRC Handelsblad
De Dijk
Dagblad Tubantia
Glimp van geluk
ANP
PERSBERICHT - Muziek 10 Daagse
NH Dagblad
De Dijk: geslaagd cadeau
BN/DeStem
De Dijk
Dagblad Tubantia
Artiesten zingen filmliedjes
NH Dagblad
Goed terug na de rust
www.planet.nl
De Dijk – Later Is Nu
Telegraaf
De toekomst begint nu voor De Dijk
Zone020
‘HOHOHO, WE ZIJN VAN NIEMAND’
BN/DeStem
Hulster muzikant maakt furore met De Dijk
Vrij Nederland
‘Ik bewierook nog steeds het publiek’
De Stentor
Voorverkoop Dijk-kaarten
Rotterdams Dagbl.
Zilveren jubileum De Dijk in Ahoy'
Brabants Dagblad
De Dijk warmt op in Curaçao
Algemeen Dagblad
Huub van der Lubbe
Algemeen Dagblad
Boek over 25 jaar De Dijk
ANP
25 jaar De Dijk in boekvorm
Dagblad Tubantia
Lekker feest Diepenheim voor wie er was
www.edisonaward.nl
Pers Bericht
Utrechts Nieuwsblad
Zevende ‘Amstelvrienden’ spettert
Algemeen Dagblad
De Dijk intiem in vol Ahoy'
nieuws.nl
De Dijk na sabattical in Ahoy
Rotterdams Dagbl.
De Dijk in Ahoy'
Rotterdams Dagbl.
Edison Oeuvre voor Phil Collins en De Dijk
Algemeen Dagblad
Oeuvre-Edison voor De Dijk



















   2020
   2019
   2018
   2017
   2014
   2013
   2012
   2011
   2010
   2009
   2008
   2007
   2006
   2005
   2004
   2003
   2002
   2001
   2000
   1999
   1998
   1997
   1996
   1995
   1994
   1993
   1992
   1991
   1989
   1986
   1984
   1982