|
De Dijk: stevig, efficiënt en zo helder als wat
16 augustus 2002 - Parool
De Dijk viert dit jaar zijn twintigjarig bestaan. Maandag verschijnt de nieuwe cd Muzikanten dansen niet. Een interview met zanger Huub van der Lubbe: 'Het is allemaal veel efficiënter geworden. We krijgen steeds beter door hoe het moet.'
De nieuwe cd van De Dijk heeft een mooie titel: Muzikanten dansen niet. In het geestige titelnummer legt zanger/tekstschrijver Huub van der Lubbe (49) uit waarom die muzikanten niet in beweging zijn te krijgen. Als ze een optreden van een ander bezoeken, staan ze achterin kritisch toe te kijken. Of ze hangen aan de bar. Ze zijn eigenlijk 'altijd aan het werk'. Typische Dijk-regel: 'Ze vinden het voorprogramma kut en de hoofdact maar zo-zo.' Stevig, helder, net als de muziek.
Van der Lubbe: ''Teksten moeten zo geschreven zijn dat ze je meteen pakken en dat je achteraf denkt dat er misschien toch nog iets meer in zit. Ik houd niet van rookgordijnen.''
En anders houdt de rest van De Dijk het wel tegen. ''Teksten die niet duidelijk genoeg zijn en misverstanden oproepen, halen het niet. In een vroeg stadium al. Ik deel zo'n tekst uit - huh-huh, leuk - maar dan hoor je er niks meer op terug.'' Producer Broek probeerde te laat een regel uit het liedje Dat zou mooi zijn te laten verdwijnen. De tekst gaat over de onmogelijke wens een liedje te schrijven waardoor het goed komt met de wereld; waardoor 'het gat in de ozonlaag wordt hersteld'. Van der Lubbe hield vast aan die ozonlaag.
Omdat hij dat heldere tekstschrijven al langer dan twintig jaar overtuigend volhoudt, vroeg Thomas Acda hem ooit les in tekstdichten. Van der Lubbe: ''Nou ja, les, we hebben drie gesprekken gehad in het café. Daar werd ik nog voor betaald ook. Ik hamerde op de duidelijkheid, de helderheid. Hij zat eerst in een band, Herman en Ik, van de heldere regel met draai Als jij bij me weggaat, mag ik dan met je mee. Dat hij de cabaretkant op wilde, vond ik al minder. Maar toen liet hij de teksten zien van de eerste plaat van Acda en De Munnik, met Niet of nooit geweest. Ik zei (quasi-bestraffende toon): 'Thomas, dat heb ik je niet geleerd. Veel te onduidelijk. Wat is de situatie? Wat gebeurt er? Waar gaat het om? Als je dat uitbrengt, kan dat nooit iets doen.' Ik geloof dat er binnen vier weken 250.000 van werden verkocht!''
Ook de nieuwe cd is weer geproduceerd door De Dijk zelf, dat wil zeggen door drummer Antonie Broek, Dijker sinds 1983. ''We hebben nu de juiste werkwijze wel gevonden. Die hadden we al bij de vorige plaat, door JB Meyers erbij te halen als technicus, de gitarist van Supersub. Dat was een goeie truc van Antonie. JB is een gitaarwonder, maar wat hij speelde, hoorde hij nooit terug op de opname. Hij had de eigenwijsheid te denken dat hij het beter kon dan de technicus. Hij kent dus beide kanten van de ruit.''
''Het is een ideale samenwerking. Als producer heb je bepaalde dingen in je hoofd, maar dan moet je de technicus nog zo ver zien te krijgen dat hij het begrijpt en uitvoert. Veel technici willen niet af van de manier waarop ze het altijd doen.''
Gebiedjes
De Dijk, in uitgebreide bezetting op tournee, bestond oorspronkelijk uit vijf personen. ''Wij vijven, de oer-Dijk, nemen de basisbeslissingen. Antonie is de baas in de studio. Dat is zo gegroeid. We hebben allemaal ons eigen gebiedje. Ik doe de teksten, Hans, Nico en Pim maken de liedjes, en Antonie maakt de arrangementen en doet de productie. Het is zo helder als wat. Ja, en ik doe ook de interviews, ik ben het pratende hoofd. De anderen vinden dat allang best. Terwijl het vroeger was: alleen met z'n vijven! Het is allemaal veel efficiënter geworden. We krijgen steeds beter door hoe het moet. Er zit nog steeds ontwikkeling in..''
Bij het arrangeren gaat het zo: ''Antonie doet het voorstel en als iemand anders iets mooiers heeft, moet die dat maar laten horen. Maar hij beslist. Je leert dingen uit handen geven. Je leert dat niet alles hangt op dat ene detail. In het begin konden we bijna op de vuist gaan over de vraag of één woordje wel goed te verstaan was. En daar hing dan de hele plaat vanaf. Terwijl het daar helemaal niet om gaat. Het gaat om het totale gevoel dat een plaat uitstraalt.''
De Dijk bestaat ruim twintig jaar. De band had pas in 1987 zijn eerste hit. Bloedend hart is uit 1982, maar haalde pas in een live versie in 1990 de hitparade.
De weg was lang en begon eind jaren zeventig met de band Stampei. Een leuke, uit dertien personen bestaande band met een komische show. Van der Lubbe sprong aan het begin van elke optreden door een papieren hoepel, er was confetti, er waren trekbommetjes.
Van der Lubbe: ''Wel goed om aandacht te krijgen, maar Stampei zat op de wip. De helft wilde verder komen, beter worden. Dan moesten rigoureuze stappen worden genomen. Er zaten mensen in die arts waren, onderwijzer, en dat lever je niet zomaar in. Wat de muziek betreft probeerden we Zappa-nummertjes te maken, met een 13/8ste maat, terwijl we nog niet eens konden rock en rollen. Het moest terug naar de basis, pas dan kom je verder. Alle grappen en grollen weg, alle overbodige ballast overboord.''
De oer-Dijkers begonnen een echte band. Professioneel. ''We zeiden dat we er per optreden honderd gulden aan moesten overhouden. Zo hebben we acht jaar gedraaid en met genoegen. Je was muzikant, je kon doen wat je wilde, je verdiende ermee. Het mooiste vak van de wereld.''
Geschreven door: Jos Bloemkolk
| |